Alle potentiële geneesmiddelen kunnen bijwerkingen veroorzaken. Omdat het middel in dit onderzoek voor het eerst door de mens wordt gebruikt, zijn er op dit moment nog geen bijwerkingen bij mensen bekend. Het onderzoeksmiddel, EU-Prolia® en VS-Prolia® hebben allemaal dezelfde werkzame stof: denosumab. De risico’s verbonden aan het onderzoeksmiddel zullen naar verwachting vergelijkbaar zijn met die van Prolia®. De meest voorkomende bijwerkingen van Prolia® (waargenomen bij meer dan 1 op de 10 patiënten) zijn pijn in de armen of benen, en bot-, gewrichts- en spierpijn.
Ongewone of zeldzame gevallen van cellulitis (ontsteking van diep huidweefsel), hypocalciëmie (laag calciumgehalte in het uw bloed), overgevoeligheid (allergie), osteonecrose van de kaak (schade aan de kaakbotten, wat kan leiden tot pijn, zweren in de mond of loskomen van de tanden) en ongebruikelijke breuken fracturen van het dijbeen zijn waargenomen bij patiënten die Prolia® gebruikten. Injecties worden gedaan onder de huid. Je kunt bijwerkingen krijgen op de injectieplaats zoals roodheid, jeuk, bult van vetweefsel onder de huid, en/of blauwe plek. We zullen daarom de injectieplaatsen zorgvuldig en frequent controleren. Je dient er rekening mee te houden dat er nog onbekende bijwerkingen kunnen optreden tijdens het onderzoek.
Naast onbekende bijwerkingen bestaat er een (kleine) kans dat er een allergische reactie ontstaat. Dit kan worden veroorzaakt door het middel of de hulpstoffen. Tijdens het onderzoek sta je onder strenge medische controle. De artsen en onderzoekers van ICON zijn altijd goed geïnformeerd over het middel wat onderzocht wordt. Met deze kennis kunnen zij goed inschatten wat de effecten en bijwerkingen zijn.