Homepagina

Artikel NRC Voor het geld en de goede zaak

Artikel in het NRC: Voor het geld en de goede zaak

Waarom doen tienduizenden gezonde Nederlanders elk jaar mee aan medicijnonderzoek? „Ik ga natuurlijk niet liegen en zeggen dat ik de vergoeding niet fijn vind.”
NRC dinsdag 29-03-2022, redacteur Tristan Theirlynck, illustratie Lotte Dijkstra

Twee dagen voor het gesprek deed Gijs Dekker (27) mee aan een test voor een medicijn, bedoeld om de bloeddruk te verhogen. Het was een kort onderzoek, één dag opname in het UMC Groningen. Makkelijk in te plannen tussen zijn werkzaamheden als verpleegkundige door. Hij kreeg het medicijn ’s ochtends toegediend, intraveneus, daarna werd hij onder narcose gebracht. De artsen deden testen en tegen het einde van de dag stond hij weer buiten. „Ze zijn wel een dagje intensief met je bezig”, lacht hij. „Maar het viel erg mee. Ik hoefde er niet van bij te komen.” Op zijn arm zit nog een bloeduitstorting van de canule. Hij kreeg 300 euro.

Dekker is een serietester. Hij heeft in acht jaar tien keer meegedaan aan medicijnonderzoek. De eerste keer had hij nog wel twijfels, mede door de reacties uit zijn omgeving: „Ze zeiden: ‘Wát ga je nou doen? Is het wel  veilig?’ Mensen hebben er een beeld van dat ze zomaar iets met je doen.” Verrassend is dat niet. Al decennia is geneesmiddelenonderzoek een van de favoriete horrorsjablonen van Hollywood. ‘Testen op mensen’ staat daarin gelijk aan geheime laboratoria met gedimd licht en chimpansees in kooitjes; horrordokters met de wens een supermens of -monster te scheppen, of simpelweg om zomaar iets in te spuiten: kijken wat er gebeurt. Dekker concludeert na tien keer deelnemen: „Het is veilig. Ik ben na de eerste keer nooit bang  geweest, ik heb mij in geneesmiddelenonderzoek verdiept en weet hoe zorgvuldig ze zijn.”

Het aantal benodigde proefpersonen voor medicijnonderzoek is tussen 2016 en 2020 gestegen van 32.439 tot 53.030, blijkt uit cijfers van CCMO (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek). Geplande onderzoeken worden door deze onafhankelijke commissie – en ondergeschikte medisch-ethische toetsingscommissies (METC’s) beoordeeld op veiligheid en ethische toelaatbaarheid.

De cijfers

Cijfers over het aantal proefpersonen dat daadwerkelijk heeft meegedaan, worden niet centraal verzameld. ICON, de grootste geneesmiddelentester van Nederland, had een deelnamestijging van 40 procent in slechts vier jaar. Hoeveel mensen dat zijn, wil ICON vanwege concurrentiegevoeligheid niet zeggen.

Uit onderzoek van onderzoeksbureau Markteffect, in opdracht van ICON, blijkt dat 5,7 miljoen mensen in Nederland openstaan voor deelname aan geneesmiddelenonderzoek. Waarom zijn gezonde mensen bereid een kliniek in te gaan, soms meermaals per jaar, om een middel te testen waar ze zelf geen baat bij hebben?

Fase 1

De eerste keer dat Gijs Dekker meedeed was bij ICON (voorheen bekend als PRA), in Groningen. Daar staat de grootste kliniek voor zogeheten fase 1-geneesmiddelenonderzoek in Europa. Drie hoge verdiepingen, achthonderd werknemers in felwitte labjassen. Het gebouw heeft woonkamers met sjoelbakken voor deelnemers, atoomklokken in elke kamer (punctualiteit is belangrijk in geneesmiddelenonderzoek), en een loopbrug naar het nabijgelegen Martini-ziekenhuis; als er iets ernstig misgaat, kan een crashteam met spoed  komen.

Dit is een plek waar geneesmiddelen na de labtesten en dierproeven ‘first- in- man’ gaan. In fase 1-onderzoek worden geneesmiddelen niet getest op effectiviteit, maar op de veiligheid van het geneesmiddel – hoe de mens erop reageert en het verwerkt. De testzalen van ICON zijn daarom gevuld met gezonde proefpersonen en niet met patiënten voor wie het geneesmiddel uiteindelijk bedoeld is. Er wordt gebruikgemaakt van zogeheten dosis-escalatiestudies. Daarbij krijgen verschillende groepen deelnemers een steeds hogere dosis van een medicijn toegediend. Zo worden bijwerkingen in kaart gebracht. Als die té belastend worden, stopt het onderzoek.

In het midden van de testzaal staat een glazen rechthoek, van waaruit artsen de deelnemers observeren: zes  jonge mannen in ziekenhuisbedden, canules in de armen. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd worden in deze fase soms uitgesloten van deelname wegens gezondheidsrisico’s voor een eventueel ongeboren kind. Bij andere onderzoeken mogen vrouwen wél meedoen omdat het medicijn bijvoorbeeld uitsluitend voor vrouwen is, onder de voorwaarde dat de deelnemer ‘dubbele anticonceptie’ gebruikt (bij de vrouw en partner).

Na fase 1 zijn er effectiviteitstesten (fase 2) en vergelijkende onderzoeken (fase 3). Het totale keuringsproces –  van petrischaal tot patiënt – duurt gemiddeld tien jaar en kost miljarden, volgens brancheorganisatie PhRMA. Grofweg één op de tienduizend middelen bereikt de markt. Wereldwijd moeten honderdduizenden gezonde mensen bereid zijn geneesmiddelen te testen. Anders komen er geen nieuwe medicijnen.

Voor het geld

De geneesmiddelenindustrie werft op verschillende manieren proefpersonen. Gijs Dekker zag een van de  advertenties. Die variëren van plakplaten op bussen („Verlicht je energiefactuur, doe mee aan geneesmiddelenonderzoek! ”), tot popups op YouTube en andere sociale media. Anderen melden zich aan via andere deelnemers. Zoals Ellen, die om privacyredenen niet wil dat haar achternaam wordt genoemd. In 2020 was zij proefpersoon voor een vaccin van farmaceut CureVac. „Ik studeerde in Groningen. Veel studenten doen daar mee aan geneesmiddelenonderzoek omdat ICON en andere instituten er zitten. Dus ik had vrienden die meededen. En mijn vader deed het als student ook toen hij geld nodig had. Waarom zou ík het niet doen?”

De meeste proefpersonen doen mee voor het geld. Dat blijkt uit een meta-analyse gepubliceerd in vakblad Contemporary Clinical Trials van twaalf onderzoeken (zes in de VS, vijf in Europa, één in Malawi) naar de motivatie van deelnemers aan fase 1-studies.  

Twee voorbeelden van lopende onderzoeken. Zevenduizend euro voor een onderzoek naar hiv – zeven dagen in de kliniek, negentien keer terugkomen. Elfduizend euro voor onderzoek naar een middel tegen spierverslapping – 42 dagen tijdsinvestering. Het is geen wonder dat veel studenten meedoen aan medicijnonderzoek. Elfduizend euro is een hele studie (bachelor én master, plus nog een jaartje reizen om jezelf te vinden).

Voor Guido van Tol (23) was geld een reden voor deelname in april 2021. „Ik was net gestopt in de horeca omdat ik meer verdiende met beleggen. Door mee te doen aan geneesmiddelenonderzoek kon ik extra geld verdienen om mee te beleggen. Door de vrije tijd tijdens het onderzoek kon ik gewoon doorwerken.” Ook Gijs Dekker deed de eerst keer mee om wat bij te verdienen in zijn tussenjaar.

Vergoedingen voor geneesmiddelenonderzoek zijn een twistpunt onder medisch ethici. Er bestaat een angst dat te hoge bedragen potentiële proefpersonen zouden kunnen overtuigen om risico’s te nemen die ze anders niet zouden nemen. Medisch ethicus Hans van Delden, professor aan de Universiteit Utrecht, vindt dat een „onverdedigbaar argument”. „De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen schrijft voor dat een ethische commissie als de CCMO moet beoordelen of een geboden hoeveelheid geld de vrijwilligheid van een deelnemer in het gedrang brengt. Als dat wordt geëerbiedigd, denk ik dat er geen goede reden is waarom iedereen mag verdienen aan onderzoek, behalve de deelnemer.”

Geneesmiddelenonderzoek zonder vergoeding lijkt ook niet haalbaar. Slechts 10 procent van de huidige  deelnemers zou zonder compensatie zeker meedoen. Al is het, volgens de meta-analyse, niet de enige reden.

„Mensen denken standaard dat je alleen meedoet voor het geld”, zegt Ellen. „Ik ga natuurlijk niet liegen en zeggen dat ik de vergoeding niet fijn vind, maar ik wilde vooral iets bijdragen aan de ontwikkeling van een vaccin. Iedereen wil gebruikmaken van medicijnen. Het zou hypocriet zijn als niemand ze zou willen testen.” Ook Dekker, die in de eerste instantie vooral op de vergoeding uit was, bleef meedoen uit altruïsme: „Ik werk zelf als verpleegkundige. Ik weet hoe belangrijk dit soort onderzoeken zijn. En ik vind  het ook heel interessant.” Altruïsme, blijkt uit onderzoek, is bij ongeveer de helft van de deelnemers een motivatie. En de derde is: plezier en het ontmoeten van nieuwe mensen. Dekker noemt zijn ervaringen ‘rustgevend’. „Tijdens het onderzoek kan je niet zoveel, dus je leert andere deelnemers kennen, je houdt filmavonden in de woonkamer, of je slaapt overdag een beetje bij.”

Niet naar het buisje kijken

Maar aan deelname aan medicijnonderzoek zitten ook risico’s. In zeldzame gevallen is het ernstig misgegaan.  Voor het laatst in Frankrijk, in 2016, toen een deelnemer overleed, en vijf anderen permanente schade opliepen. Het middel, een pil die onder meer de stemming zou verbeteren en zou helpen bij angstproblemen, was door de preklinische onderzoeksfase heen gekomen, maar bleek toch zeer onveilig.

Dekker had aanvankelijk ook bedenkingen : „De eerste keer dat je zo’n pil slikt denk je: god, waar ben ik eigenlijk mee bezig?” Ellen zegt onderzoeken uit de weg te gaan die haar onveilig lijken. „Dat is misschien stom, maar als het over je immuunsysteem gaat, of je zenuwstelstel, dan vind ik dat te tricky.” En ook Guido van Tol maakte een bewuste keuze: „Ik had even gekeken welk onderzoek mij het minst risicovol leek. Waar ik minder heftige dingen hoefde te doen. Ik deed mee aan een onderzoek naar een auto-immuunziekte.” Ook zijn er regelmatig bijwerkingen:  bloeduitstortingen van het prikken, hoofdpijn, misselijkheid, vermoeidheid. Gijs Dekker heeft alles weleens gehad. Guido van Tol viel flauw, maar dat kwam van het bloedprikken. „De les is: niet naar het buisje kijken”.

Ellen kreeg hoofdpijn en koorts van het vaccin. „Dat trok na een dag weg, maar ik had eigenlijk nog nooit koorts gehad.” Ze lacht: „Ik dacht: is dit hoe dat voelt? Maar ik maakte mezelf niet gek. Het waren de symptomen die ze hadden voorspeld.” Een ander nadeel is: ‘intern zitten’. Bij geneesmiddelenonderzoek moet je soms meerdere weken binnen de kliniek blijven. „Daar moet je tegen kunnen”, zegt Gijs Dekker. „Mijn langste onderzoek was zeventien dagen bij ICON – voor zo’n 3.000 euro. Dan ben je tweeënhalve week je privacy kwijt. Je hebt geen keuze in wat je eet en wanneer. Je moet in die tijd vijf keer een medicijn nemen, heel veel bloedprikken, en je mag niet zomaar naar buiten.” Bij sommige klinieken zijn er EHBO’ers die deelnemers naar buiten begeleiden. En sommige groepen gaan bowlen.

Medische check-up

En: je moet kerngezond zijn om mee te doen. Volgens Tamara Overbeek, hoofd marketing en communicatie van ICON, komt ongeveer de helft van de mensen niet door de keuring. Guido van Tol, Gijs Dekker en Ellen zijn ook allen een keer afgewezen. Dekker had enkele ziektebeelden gehad in het verleden – de dokter was bang dat nieuwe medicatie die weer zou oproepen. Ellen meldde zich aan voor een onderzoek naar de pil, maar haar menstruatiecyclus was niet consistent genoeg. En Van Tol werd afgekeurd omdat hij in het half jaar voor het onderzoek had gerookt. Gijs Dekker ziet er ook wel een voordeel in: „Die keuring is elke keer weer een gratis medische check-up. Je weet weer dat alles goed is.”

In 2020 lag wegens corona het onderzoek drie maanden stil. Daarna moesten zo snel mogelijk vaccins getest worden. Geneesmiddelentesters lieten het meeste andere werk uit handen vallen. Er waren snel meer proefpersonen nodig. Tegelijkertijd werd in complottheorieën die zich razendsnel verspreidden het werk van farmaceuten in een kwaad daglicht gezet. Tamara Overbeek: „Er was altijd al scepsis jegens de geneesmiddelenindustrie, maar in de coronacrisis werd dat juist gecompenseerd door een toename van het aantal mensen die júíst wilden bijdragen.”

Teun van Gelder, hoogleraar klinische farmacologie aan de Universiteit Leiden, denkt dat deze toename niet per se door meer altruïsme komt, maar voornamelijk door de extra tijd die potentiële testers hadden. „Het financiële aspect is nog steeds het interessants voor de studenten die ík sprak. Maar mensen hadden nu meer tijd, zoals mensen die in de horeca werkten, of hun studie thuis deden. Ik heb zelfs iemand gesproken die een examen deed vanuit de het testlab.” Ellen studeerde terwijl ze meedeed: „Doordat ik fysiek niet aanwezig hoefde te zijn bij colleges, kon ik makkelijker aan zo’n onderzoek meedoen.” Hoogleraar Van Gelder denkt ook dat de hoeveelheid media-aandacht voor de geneesmiddelenindustrie bijdroeg aan toegenomen deelname. „Vooral toen de zoektocht naar vaccins zo in het nieuws was, kwam er meer inzicht in hoe dit soort studies worden opgebouwd. Die blootstelling leidt tot interesse.” Is de toegenomen belangstelling voor deelname blijvend? Dat is nog te vroeg om te zeggen. Wegens een toename in testopdrachten breidde geneesmiddelenonderzoeker ICON eind maart uit. Er werd een nieuwe kliniek geopend, in samenwerking met het UMCG. „We kunnen zo onderzoek doen bij mensen die al in het ziekenhuis liggen, of specialistische zorg nodig hebben. Zo’n samenwerking is helemaal nieuw in Europa.”