Onderzoek met radioactief gemerkte medicatie
ICON doet vaak onderzoeken met medicatie die radioactief gemerkt is. Dit noemen we 14C-onderzoek. Bij een onderzoek met radioactief gemerkte medicatie is er minder kans op bijwerkingen. Je leest er meer over op deze pagina.
Uitleg over radioactiviteit bij geneesmiddelenonderzoek
Het radioactief merken van een geneesmiddel
Voordat een nieuw geneesmiddel op de markt komt, moet het verplicht worden onderzocht met radioactiviteit. Met zo’n 14C-onderzoek testen we hoe je lichaam een medicijn opneemt, verwerkt en uitscheidt. We onderzoeken dus niet of er bijwerkingen zijn. Daarom is het ook niet nodig om een hoge dosis toe te dienen, waardoor de kans op bijwerkingen minder groot is. Als je het radioactief gemerkte geneesmiddel uitpoept, -plast of -ademt, verdwijnt de radioactiviteit uit je lichaam.
De gemiddelde blootstelling aan natuurlijke achtergrondstraling in Nederland
Straling is overal aanwezig. Het zit in de bodem, water, voedsel, lucht, bouwmaterialen en zelfs het heelal. Dat noemen we natuurlijke achtergrondstraling. De natuurlijke achtergrondstraling in Nederland is zo’n 2 tot 2,5 millisievert (mSv) per jaar. Ook als je televisie kijkt, achter een beeldscherm zit of in een vliegtuig zit, word je blootgesteld aan straling. Die straling is niet schadelijk.
De gemiddelde blootstelling aan straling tijdens een 14C-onderzoek
Tijdens een geneesmiddelenonderzoek met radioactief gemerkte medicatie word je blootgesteld aan minder dan 1 mSv. Dat is dus minder dan de straling waar je in het dagelijks leven mee te maken krijgt. Omdat we zeker willen weten dat we 14C-onderzoeken veilig uitvoeren, is de onderzoeksarts die deze onderzoeken uitvoert óók stralingsdeskundige.
Heb je nog vragen? Neem dan contact op met een van onze medewerkers!
Tijdens een geneesmiddelenonderzoek met radioactief gemerkte medicatie word je blootgesteld aan minder dan 1 mSv. Dat is minder dan de straling waar je in het dagelijks leven mee te maken krijgt. Het is bijvoorbeeld minder dan de straling bij een röntgenfoto van een gebroken been en net zoveel als de extra staling die je krijgt bij een weekje wintersport op 2.000 meter hoogte.
We onderzoeken bij deze onderzoeken niet of er bijwerkingen zijn. Daarom is het ook niet nodig om een hoge dosis toe te dienen, waardoor de kans op bijwerkingen minder groot is. Als je het radioactief gemerkte geneesmiddel uitpoept, -plast of -ademt, verdwijnt de radioactiviteit uit je lichaam.
Omdat we zeker willen weten dat we 14C-onderzoeken veilig uitvoeren, is de onderzoeksarts die deze onderzoeken uitvoert óók stralingsdeskundige.
Tijdens een geneesmiddelenonderzoek met radioactief gemerkte medicatie word je blootgesteld aan minder dan 1 mSv. Dat is minder dan de straling waar je in het dagelijks leven mee te maken krijgt. De natuurlijke achtergrondstraling in Nederland is zo’n 2 tot 2,5 millisievert (mSv) per jaar. Ook als je televisie kijkt, achter een beeldscherm zit of in een vliegtuig zit, word je blootgesteld aan straling. Die straling is niet schadelijk.
Voordat een nieuw geneesmiddel op de markt komt, moet het verplicht worden onderzocht met radioactiviteit. Met zo’n 14C-onderzoek testen we hoe je lichaam het middel opneemt, verwerkt en uitscheidt. Het is dus een verplichte stap in de ontwikkeling van geneesmiddelen.
Ja. Voordat het middel wordt onderzocht met radioactiviteit, is het in een eerdere fase al uitgebreid op mensen getest.